Huismussen, Gierzwaluwen, vleermuizen in Tuin- en Oostdorp
25-11-2024
Marjolein Themmen, Buro IJsvogeltje
Het afgelopen jaar heeft Buro IJsvogeltje een onderzoek gedaan naar gebouwbewonende diersoorten in de wijk. Daarbij is vooral gekeken naar de aanwezigheid van vleermuizen, Huismussen en Gierzwaluwen. Deze dieren zijn namelijk beschermd in de Wet Natuurbescherming. Grootschalige isolatiemaatregelen in de wijk kunnen leiden tot verstoring van de soorten. Daarom streeft de gemeente Bergen ernaar gemeentebreed in kaart te brengen op welke manier vleermuizen, Huismussen en Gierzwaluwen gebruik maken van de wijken, zodat er een plan gemaakt kan worden om de dieren voldoende te beschermen. Het onderzoeksrapport is nog niet afgerond, maar er zijn wel al een paar uitkomsten te melden.
In dit artikel kunt u die lezen, tezamen met maatregelen die u zelf al kunt nemen als u graag wil gaan isoleren.
In Tuin- en Oostdorp zijn zowel Huismussen als Gierzwaluwen en vleermuizen aangetroffen. De meeste mensen die Huismussen en Gierzwaluwen onder hun dak hebben weten dat wel. Bij vleermuizen is dat niet altijd bekend. De één vindt het gekwetter en gegier gezellig, de ander heeft daar iets minder mee.
De Huismussen in onze wijk wonen met name in de Tjipke Visserweg, de Filarskiweg, de Colnotweg en aan de Kogendijk. Zij nestelen daar onder de pannen en gebruiken de aangrenzende tuinen om eten en nestmateriaal te verzamelen en een zandbad te nemen. De combinatie van het toegankelijke pannendak met groene tuinen is belangrijk voor hen.
Mannetjes zitten graag hoog in een struik of boom om luid kwetterend de vrouwtjes te vertellen dat ze een aantrekkelijke plek voor een nest hebben. Deze zangposten en nestplaatsen gebruiken ze jaren achter elkaar. Huismussen verblijven jaarrond en eigenlijk hun hele leven binnen een straal van 100 tot 200 meter van een nestplaats. Ze zijn echte familiedieren en houden niet van verhuizen. In Tuin- en Oostdorp blijken de mannetjes met de net uitgevlogen jongen precies te weten in welke tuinen ze makkelijk aan voedsel kunnen komen. Zo kloppen ze ’s morgens bij een bewoonster aan het eind van de Kogendijk op het raam om te vragen wanneer zij eten strooit. De vrouwtjes zitten dan onder het dak op het tweede of derde broedsel.
Huismussen zullen vooral last hebben van de isolatie van daken. Wanneer een dak wordt geïsoleerd waar Huismussen wonen, dan is de bewoner wettelijk verplicht om te zorgen dat er voor de mussen evenveel woonruimte terugkomt en dat de dieren tijdens de werkzaamheden ergens anders kunnen schuilen. Nu is dat voor Huismussen niet eens zo heel moeilijk. Na de isolatie kunnen zij in principe weer onder de pannen, wanneer daar voldoende ruimte wordt open gelaten.
Hieronder leest u hoe dat te realiseren is. Een aannemer die bekend is met natuurvriendelijk isoleren weet hoe dat aan te pakken. Bij de wijkgerichte aanpak van isolatiemaatregelen helpt de Werkgroep Energietransitie daarbij. Om alvast vervangende woonruimte aan te bieden kunt u bij de bewonersvereniging gratis nestkasten ophalen.
Onderdak voor de Huismus na dakisolatie
Bij het aanbrengen van nieuwe isolatie op een bestaand dak is het vrij simpel meer nestruimte te realiseren door het toepassen van een scheplat op de draagconstructie van de dakplaten. Door het verplaatsen van vogelschroot naar de onderkant van de derde pannenrij (en niet de eerste pannenrij!) kunnen Huismussen onder de onderste twee pannenrijen nesten. Om schade aan isolatiemateriaal te voorkomen dient er wel een extra beschermlaag te worden aangebracht. (https://haagsevogels.nl/wp-content/uploads/2021/05/huismus-daken.pdf)
Een alternatief is de dakvoet geheel openlaten en afwerken met een strook EPDM (dakleer) en een onderbreking van de panlat om de vogels toegang te geven tot de ruimte onder de pannen. (https://waardenburg.eco/project/vervangende-nestplaatsen-huismus#)
De meeste Gierzwaluwen zijn maar drie maanden per jaar in Nederland en zijn daarbij erg honkvast. Ze keren hun hele leven terug naar dezelfde nestlocatie. Er zijn verhalen bekend waarbij een gierzwaluw na zijn lange reis uit Afrika direct zijn nest in wilde vliegen en dood neerviel omdat de ingang tot zijn nest was dichtgemetseld. Degene die dat doet, overtreedt ook de Wet Natuurbescherming.
In de drie maanden dat ze hier zijn, brengen ze hun jongen groot en leren die jongen vliegen. Wie daar wel eens naar heeft staan kijken weet met welke snelheid dat gaat en hoe wendbaar de dieren zijn in de lucht. Op een zomeravond zie en hoor je de dieren de gekste capriolen uithalen. De jonge dieren komen de eerste vier jaar van hun leven niet meer aan de grond, ze slapen zelfs in de lucht. Na vier jaar zoeken ze ook een plek om te nestelen, vaak in de buurt van hun familie; ook Gierzwaluwen zijn familiedieren en nestelen graag in kolonies.
In Tuin- en Oostdorp nestelt een kleine kolonie op de hoek van de Kogendijk en de Jaap Weijandweg. Ze zitten er onder de nokpannen van de vrijstaande huizen daar. De kolonie kon op die plek kennelijk verder niet uitbreiden, want er zitten ook twee paartjes naast de dakkapel van een woning aan de Achterweg en eveneens twee paartjes aan de Bergerweg. Dat is best ver weg voor Gierzwaluwen.
Heeft u gierzwaluwen onder de pannen, dan moet u daar ook rekening mee houden als u gaat isoleren of andere wijzigingen aan gaat brengen. En net als bij de Huismus is dit niet zo heel moeilijk. Er zijn speciale gierzwaluwstenen die makkelijk ingemetseld kunnen worden in de nok op dezelfde plek als het oude nest. En er zijn speciale gierzwaluwpannen die op het dak gelegd kunnen worden na isolatie. Let er daarbij wel op dat de toegang zoveel mogelijk op de originele plek is.
Ook vleermuizen zijn volop aanwezig in onze wijk. Zij vangen insecten in de groene tuinen en boven hoge bomen en vinden achter boeidelen of in de spouw een slaapplaats of een plek om hun jongen groot te brengen. Vaak is hun aanwezigheid onopgemerkt, een enkele keer, in het geval van de kraamkolonie, zorgt het voor geuroverlast.
Vleermuizen kunnen problemen ondervinden van isolatie. Daarom heeft de provincie Noord-Holland een grote subsidie beschikbaar gesteld om te zorgen dat de dieren na isolatie in de woning kunnen blijven wonen zonder dat u daar overlast van ondervindt. Vanaf 1 januari 2025 is het aanbrengen van vleermuiskasten ook verplicht. Veel aannemers weten hoe zij natuurinclusief kunnen isoleren. De subsidie loopt via de gemeente.
Klik hier als u meer wilt weten.
Een uitgebreider verslag over de inventarisatie in de wijk volgt in de loop van 2025.
Heeft u interesse in een kast, meldt u dat dan aan de Werkgroep Energietransitie. We hebben kasten voor aan de muur of een boom op voorraad. Voor inbouwkasten kunnen we een gezamenlijke inkoopactie doen.